Dit weekend schreef ik een blog op mijn andere, tussen-de-regels-door-website. Niet dat Werk en Privé hier altijd even goed te scheiden zijn. Als ik het een doe, doe ik het ander er in mijn achterhoofd bij.
Goed, het blog. Dat ging over Owl uit Winnie-the-Pooh. The Bear of Very Little Brain. Owl was wijs, hoewel je daar best wat scheppen zout tegenaan mag gooien. Zijn wijsheid zat voor een deel in het behendig weten te verbloemen wat hij niet kon of wist. Neem schrijven. Ja, hij kon zijn eigen naam schrijven: WOL. En Tuesday (niet onbelangrijk, want zo wist je in ieder geval dat het niet woensdag was). Maar ingewikkelder woorden, daar struikelde hij over.
Mag je honderd keer een Uil zijn, schrijven is gewoon een vak. En wie bel je daarvoor? Juist, de tekstschrijver. Tenzij, tenzij … je iemand zoekt om ‘Happy Birthday’ voor je op papier te zetten. Dan zou ik overwegen om toch bij Owl aan te kloppen. Want die is in staat daar een poëtisch langlettergrepig kunstwerk van te maken.
“Good morning, Owl,”he said.
“Good morning, Pooh,” said Owl.
“Many happy returns of Eeyore’s birthday,”said Pooh.
“Oh, is that what it is?”
“What are you giving him, Owl?”
“What are you giving him, Pooh?”
“I’m giving him a Useful Pot to Keep Things In, and I wanted to ask you-”
“Is this it?” said Owl, taking it out of Pooh’s paw.
“Yes, and I wanted to ask you–”
“Somebody has been keeping honey in it,” said Owl.
“You can keep anything in it,” said Pooh earnestly. “It’s Very Useful like that. And I wanted to ask you—-”
“You ought to write ‘A Happy Birthday’ on it.”
“That was what I wanted to ask you,” said Pooh. “Because my spelling is Wobbly. It’s good spelling but it Wobbles, and the letters get in the wrong places. Would you write ‘A Happy Birthday’ on it for me?”
“It’s a nice pot,” said Owl, looking at it all round. “Couldn’t I give it too? From both of us?”
“No,” said Pooh. “That would not be a good plan. Now I’ll just wash it first, and then you can write on it.”
Well, he washed the pot out, and dried it, while Owl licked the end of his pencil, and wondered how to spell “birthday.”
“Can you read, Pooh?” he asked a little anxiously. “There’s a notice about knocking and ringing outside my door, which Christopher Robin wrote. Could you read it?”
“Christopher Robin told me what it said, and then I could.”
Well, I’ll tell you what this says, and then you’ll be able to.”
So Owl wrote . . . and this is what he wrote:
HIPY PAPY BTHUTHDTH THUTHDA
BTHUTHDY.
Pooh looked on admiringly.
“I’m just saying ‘A Happy Birthday’,” said Owl carelessly.
“It’s a nice long one,” said Pooh, very much impressed by it.
“Well, actually, of course, I’m saying ‘A Very Happy Birthday with love from Pooh.’ Naturally it takes a good deal of pencil to say a long thing like that.”
Dag zus, wat is taal toch fascinerend, verbazingwekkend, magisch, ontroerend soms. Die waanzinnig geestige conversatie tussen Owl en Pooh brengen me terug naar mijn vroege gym jaren met Theo de Cloet als leraar Engels in een hoofdrol maar onmiskenbaar geleid door zijn liefde voor taal, toen wij werden uitgenodigd in de wereld van Winnie the Pooh. Jij hebt dat gen ook en ik geniet ervan als ik je blogs lees. Wat moeten jouw opdrachtgevers toch genieten van die kwaliteiten!